dinsdag 16 december 2008

Opinie: Brussel, bloggen en bestialiteiten II

Begin oktober vergeleek ik bloggen met bestialiteiten (“fijn voor sommigen, maar niet mijn kopje thee”). Na enkele maanden van proefondervindelijk vaststellen (het bloggen, niet de bestialiteiten), mijn eindoordeel.

Inleiding en slot terzijde gelaten was het mijn uitgangspunt om opinies en persoonlijke berichten (“vandaag heb ik spruitjes gegeten, ze waren erg lekker en ik heb ook een mooie film gezien”) te vermijden. Mijn visie over de nieuwe van Quentin Tarantino zal niemand immers een lor interesseren.

Een weinig gehoord verhaal brengen en mijn eigen nichemarkt aanboren was vanaf day one het uitgangspunt. Tot op zekere hoogte ben ik hier met mijn Brusselse microhistories ook in geslaagd. Hopelijk hebben de drie bezoekers (wat nog steeds meer is dan het kiezerspubliek van Vlaams Progressieven) genoten van de inhoud. Deze werd bewust tijdloos gehouden. Het blijft namelijk onzeker of ik deze blog in de toekomst nog frequent zal blijven updaten.

Dit medium heeft wel degelijk zijn nut, al zie ik het voor mezelf eerder als een middel om informatie mee te vergaren (van blogs van politici tot deze van New Yorkse barmeiden). Maar om hier nu zelf aan te beginnen, geen sprake van. Niet alleen ontbreekt het me aan narcisme, als journalist in de dop zijn mijn lettertjes het enige product dat ik aan te bieden heb. Deze zomaar voor niets op het net achterlaten is een beetje zoals een een bakker die zijn koffiekoeken gratis op straat gaat uitdelen.

zondag 7 december 2008

Universitaire brouwerij

Koekelberg, het Elisabethpark in de schaduw van de basiliek ligt er troosteloos bij. Langs kale bomen en dorre herfstblaadjes staat er aan de uitgang van het Simonisplein een surreële vesting met kantelen, glazen verbindingsgangen en een stenen brug als hoofdingang.


De voorbije kwarteeuw was het bouwwerk de thuisplaats van de Katholieke Universiteit Brussel (KUB). Toen deze kleine instelling zich in 2007 gedwongen zag tot samenwerking, ontstond met EHSAL, VLEKHO en HONIM de HUB (Hogeschool-Universiteit Brussel). Sindsdien fungeert de locatie als een van de campussen van de HUB en is de sfeer maar een grijze afspiegeling meer van wat het ooit was. Op het einde van de jaren zestig ontsprong de KUB (toen nog onder de vlag “UFSAL”: Universitaire Faculteiten Sint-Aloysius) als Nederlandstalige afsplitsing van de nog steeds bestaande Faculté Universitaire Saint-Louis aan de Kruidtuin.


In het eerste academiejaar (1969-1970) waren zo’n negentig studenten ingeschreven. De lessen gingen door in het Huis van de Notarissen aan het Madouplein. Als in het begin van de jaren zeventig het leerlingenaantal exponentieel toeneemt (toegegeven, ze blijven lachwekkend laag in vergelijking met de concurrentie) wordt uitgekeken naar een locatie om een nieuwe campus te bouwen. Zo gezegd, zo gedaan. Na wat omzwervingen en kleine vetes met het gemeentebestuur van Koekelberg kiezen ze ervoor om zich te huisvesten in de oude gebouwen van brouwerij Ixelberg.


Onder lekkende daken, regelmatig uitvallende centrale verwarming en lawaaierige ondergrondse werkzaamheden aan de metro, worden de opslagplaatsen leslokalen en vormen ze koelinstallaties om tot een auditorium. De volgende dertig jaar zou de kleine universiteit zich langzamerhand weten uit te breiden (met als grote verandering de afbraak van de brouwerij in 1981 en de bouw van de nog steeds bestaande campus).


De onderwijshervormingen en drang naar rationalisering van de middelen deden haar uiteindelijk de das om. Het water met de VUB bleek te diep waardoor de kans op een grote Brusselse instelling voorbij ging. Het resultaat was een gespleten hoger onderwijs in de hoofdstad. Leuven (in associatie met de HUB) en Gent (in alliantie met VUB-EHB) verdeelden de koek.