donderdag 27 november 2008

Panoramisch parkeren

17 april 1958, de twaalfde wereldtentoonstelling gaat van start in Brussel. In de hierop volgende maanden zakken nagenoeg 42 miljoen bezoekers af naar de Heizelvlakte. Expo ‘58 stond voor vrijheid en vooruitgang en niets symboliseerde dit beter dan het vervoermiddel waarmee heel wat mensen naar de tentoonstelling afzakten, de wagen. In de jaren vijftig en zestig zouden Brussel en de rest van het land aan sneltempo voorzien worden van nieuwe tunnels, parkings en autowegen.


Zo werd in de zomer van 1956 al een deel van de huidige E40 kust-Brussel in gebruik genomen en begon men met de aanleg van de noordelijke grote ring rond de hoofdstad. Ook de oude 19de-eeuwse boulevards rond de vijfhoek werden omgevormd tot een “petite ceinture” met meerdere rijvakken en tunnels onder de Troonstraat, Kruidtuin en Wetstraat. Tussen Simonis en het Sainteletteplein werd zelfs een tijdelijk viaduct gebouwd om de verkeersstroom op te vangen. Het bouwwerk diende te verdwijnen op het einde van 1958 maar bleef echter mooi op haar pootjes staan tot de ondertunneling van de Leopold II-laan voltooid was in... 1985 (de cijfertjes zaten initieel alvast goed, alleen klopte de volgorde niet helemaal).


De wagens raakten bijgevolg vlotjes in Brussel, maar daarmee was de kous niet af. De bestaande parkeerplaatsen konden onmogelijk deze toestroom aan en zo werd in 1957, onder andere, “Parking 58” gebouwd. In het centrum van de stad, op de hoek van de Bisschopstraat en de Zwarte Lievevrouwstraat, ontstond een mastodont van een garagecomplex met meer dan tien verdiepingen parkeerplezier.


De betere Brusselaar zal deze locatie (naast de parkings “Schildknaap” en “Centrum” aan respectievelijk het Muntplein en de Inno) ongetwijfeld kennen. Er is nagenoeg geen controle aan de ingang waardoor u vrij bent om er rond te dolen tot in de hoogste etage, alwaar u een prachtig 360° panoramisch zicht op Brussel hebt.

Kortgeleden gebruikte de kunstenaar Emmanuel Lambion parking 58 overigens voor zijn utopisch plan “Park 58”. In deze denkoefening stelde hij voor om de bovenste parkeerplaatsen te schrappen en het dak op te waarderen tot een skypark with a view. Van een landmark gesproken.

donderdag 20 november 2008

De crypte van de kathedraal

Sint-Goedele (een adellijke kloosterlinge uit de achtste eeuw) en Sint-Michiel (de aartsengel en tevens patroonheilige van Brussel) delen samen de enige kathedraal die de hoofdstad rijk is.


We keren terug naar de tiende eeuw. Balderik, de Graaf van Leuven, geeft de opdracht om de relieken van Gudula onder te brengen in de kleine Sint-Michielskerk vlakbij de Koudenberg. Op dat ogenblik is er nog geen sprake van een majestueus bouwwerk, het is integendeel een klein Romaans kerkje in ruwe steen. Als Hendrik I, de hertog van Brabant, in het begin van de 13de eeuw beslist om te beginnen aan de bouw van de gotische Sint-Michielskerk zoals we ze nu kennen, wordt er echter voor geopteerd om deze te bouwen bovenop de funderingen van de Romaanse constructie.


Bij de voorbereidende werkzaamheden van de ondergrondse noord-zuid-treinverbinding in het begin van de 20ste eeuw, stoot men weer op deze reeds lang vergeten overblijfselen. Tijdens de restauratiewerken van 1983-1989 wordt zelfs beslist om ook de Romaanse crypte volledig bloot te leggen en toegankelijk te maken voor het publiek. Zo kan u nu, zo’n 2 meter onder de bestaande kathedraal, de oude fundamenten gaan bewonderen.


Ook bovengronds is een poging ondernomen om de vroegere afmetingen een beetje te visualiseren. Als u goed oplet, ziet u doorheen de Sint-Goedele immers een lichtere tegelkleur afbakenen waar de oude Romaanse kerk heeft gestaan.

donderdag 13 november 2008

De nucleaire schuilkelder van Albert & Yves

Excuseer? Jawel, zowel onze vorst als onze premier delen een aanzienlijke bunker met elkaar. Tussen het Koninklijk Paleis en het Federaal Parlement strekken er zich onder het Warandepark immers een reeks tunnels en kamers uit waar Dutroux het water van in de mond zou krijgen.


We zijn in de tweede helft van de jaren zestig. De koude oorlog doet de angst in de geesten toenemen en het gevaar uit de Sovjet-Unie lijkt reëel. Zo reëel zelfs dat men in 1966 overgaat tot de bouw van een zwaar beveiligde atoomschuilkelder onder het Warandepark. Een integraal complex, met een eigen elektriciteitsnet en faciliteiten die onze bewindslieden moeten beschermen tegen een nucleaire aanval, wordt aangelegd.


Hoewel de economische malaise van de jaren zeventig het vroegtijdig einde inluidt van het uitzonderlijke bouwwerk, staat het er nu nog steeds. Toch kan Leterme er voorlopig geen communautaire onderhandelingen gaan voeren. Na dertig desolate jaren heeft de natuur het er langzaamaan weer overgenomen van de mens... De Brusselse knaagdieren en spinnen zitten alvast veilig voor een nucleaire aanval van een schurkenstaat.

donderdag 6 november 2008

Geheime gangen onder de VUB

Hoewel al in het begin van de jaren dertig van start werd gegaan met de eerste Nederlandstalige colleges op de ULB zou het tot in 1969 duren vooraleer de VUB officieel op eigen benen stond. Na de UCL/KUL-ontdubbeling in Leuven, waar de Franstaligen richting Louvain-La-Neuve trokken, ontstond er ook een fysieke splitsing in Brussel. Op de uitgebreide militaire oefenpleinen in Etterbeek gingen zowel de VUB (aan de noordoostelijke zijde) en de ULB (zuidkant) los van elkaar van start met de bouw van hun nieuwe campussen.


Reeds bij de eerste voorbereidende werkzaamheden werd het idee opgevat om een ondergronds tunnelnetwerk in U-vorm van het rectoraatsgebouw (de befaamde ‘sigaar’) onder het hele domein door naar het sportcentrum te laten lopen. Zo gezegd, zo gedaan. Op deze manier ontstond een kilometerlang gangenstelsel van zo’n 2 meter breed en 4 meter hoog dat alle gebouwen en studentenkoten met elkaar verbond en aansloot op het water, verwarmings, elektriciteits -en telefoonnetwerk.


Vooraleer u met uw zaklamp naar onze associatiecollega’s in Etterbeek trekt voor een spannende wandeling... hun mysterieuze tunnels liggen achter slot en grendel. Over een bron van de eeuwige jeugd onder de bloemfontein nabij onze campus heb ik vooralsnog weinig teruggevonden.